Dit boek handelt over de Herfstschroeforchis in Zuid-Limburg. De auteur, Dhr. J. Willems, verbonden aan de Universiteit Utrecht, heeft in begrijpelijke taal de processen beschreven die zich afspelen in een populatie van deze zeldzame orchideeënsoort. Gedurende een aaneengesloten periode van 25 jaar, is bij deze plant wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Dit langjarig onderzoek is buitengewoon waardevol gebleken.Het is van groot belang voor de evaluatie van het gevoerde beheer en het uitzetten van nieuw beleid. De Herfstschroeforchis dient gezien te worden als indicatorsoort, gaat het juist met deze plant goed, dan geldt dat over het algemeen ook voor andere soorten planten en dieren.
Het onderzoek is gebaseerd op het jaarlijks volgen van een aantal individuele planten. Door de lange periode van het onderzoek is het mogelijk een onderscheid te maken tussen eenduidige trends en onregelmatige schommelingen in de demografische ontwikkeling van de populatie.
De Herfstschroeforchis onderscheidt zich van de andere inheemse Orchideeën niet alleen door een bescheiden en weinig kleurrijke bloeiwijze, maar vooral door het gegeven dat de bloeiperiode in de nazomer valt. Het rozet van bladeren is gedurende het grootste deel van het jaar bovengronds aanwezig en slechts absent gedurende de zomermaanden als een erfenis van de zuidelijke herkomst van de soort. De Herfstschroeforchis is, behalve in het gebied van de Middellandse Zee, een zeer sterk bedreigde soort in de rest van het verspreidingsgebied. Meer dan 90% van de groeiplaatsen is verdwenen als gevolg van de rigoureuze veranderingen in het landgebruik gedurende de afgelopen eeuw. Voor een doelmatige bescherming van de nog resterende populaties is het noodzakelijk kennis te hebben van de fenologie en demografie van deze weinig opvallende plantensoort.